Werkzame stoffen in voedingssuplementen

afslanken-met-supplementen

[vc_row][vc_column][vc_column_text]Met de toename van “bewust leven” neemt ook het “bewust eten” toe. Steeds meer mensen raken er van overtuigd dat een gezond eetpatroon bij een gezonde levensstijl hoort. Het is dan ook niet zo gek dat het gebruik van voedingssupplementen toeneemt. Dat is op zich een goede ontwikkeling, het is echter wel verstandig om enige kennis te hebben van de werkzame stoffen in de verschillende voedingssupplementen. Zo wordt het eenvoudiger om de echte werkzame supplementen te onderscheiden van de kwalitatief mindere producten.

Twee groepen voedingssupplementen

In feite kunnen we twee soorten voedingssupplementen onderscheiden. Ten eerste de gewone voedingssupplementen. Deze horen in feite tot de groep gezondheidsproducten. Deze producten zijn wat betreft uiterlijke vorm en werking geneesmiddelen, maar zijn dit volgens de wettelijke regels niet. De correcte definitie van voedingssupplemeten luidt als volgt:

Voedingssupplementen zijn voedingsmiddelen met geconcentreerde bronnen van nutriënten (voedingsstoffen) of andere stoffen met een nutritionele of fysiologische functie die worden aangeboden als aanvulling op de opname van deze nutriënten uit de normale dagelijkse voeding.

Vitamines, mineralen en aminozuren zijn bekende voorbeelden van nutriënten die gebruikt worden als aanvulling op de dagelijkse maaltijd om er voor te zorgen dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) wordt gehaald of in ieder geval wordt benaderd. Waar in de bovenstaande definitie wordt gesproken over “stoffen met een nutritionele of fysiologische functie” worden er met name vezels, planten- en kruidenextracten bedoeld. De vorm van dergelijke voedingssupplementen wijkt in alle gevallen af van gewone voedingsmiddelen en wordt met name als pil, capsule of vloeistof verkocht.

Let op: Voedingssupplementen vallen onder de Warenwet en mogen geen ingrediënten bevatten die al geregistreerd zijn als geneesmiddel volgens de Geneesmiddelenwet.

Behalve de gewone voedingssupplementen zijn er ook specifieke sportvoedingssupplementen. Deze bieden behalve een aanvulling op de gewone voeding, ook een sportprestatiebevorderende werking. Dit is dus geen doping in de zin zin van “verboden” stimulerende middelen. De definitie voor sportvoedingssupplementen luidt:

Sportvoedingssupplementen zijn voedingsmiddelen met geconcentreerde bronnen van nutriënten (voedingsstoffen) of andere stoffen met een nutritionele of fysiologische functie die worden aangeboden als aanvulling op de opname van deze nutriënten uit de normale dagelijkse voeding met het oogmerk het sportprestatievermogen te ondersteunen en/of te verbeteren.

Hieronder vallen dus middelen zoals: eiwitpreparaten, koolhydraatdranken en creatine. Eiwitpreparaten zijn vooral functioneel als men invloed wil hebben op het gewicht. Dit geldt zowel voor gewichtstoename als mede gewichtsafname. Van koolhydraatdranken is bekend en aangetoond dat zij een positieve invloed hebben op het prestatievermogen. Dat wordt daardoor op peil gehouden hetgeen bij zowel explosieve- als duursporten van belang is. Creatine neemt eigenlijk een aparte positie in. Dit middel werd in 1832 ontdekt door de Franse chemicus Michel-Eugène Chevreul. De naam creatine is afgeleid van het Griekse woord ‘kreas’ wat vlees betekent, niet te verwarren met de Latijnse term “crea” wat scheppen of maken inhoudt.

Creatine, wel prestatiebevorderend maar niet verboden

Creatine is een lichaamseigen stof, waarvan een volwassene van 70 kg ongeveer 120 gram in zijn lichaam heeft. Daarvan bevindt zich zo’n 95 procent in de spieren. Dagelijks breekt het lichaam ongeveer 2 gram creatine af. Als je met regelmaat vlees of vis eet, dan krijg je dagelijks 1 gram creatine via je voeding binnen. Een kilo rund- of varkensvlees bevat 4-5 gram van de stof. Als je extra creatine inneemt, verhoog je de concentratie in je spiercellen. De spiercellen zetten die creatine grotendeels om in creatinefosfaat, waardoor ze over meer ‘snelle energie’ beschikken. Door creatinesuppletie kan de hoeveelheid creatinefosfaat met zo’n 20% toenemen.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]